Incompetente dilettanten aan de defensieknoppen

Hoeveel artikelen moeten er nog geschreven worden om te onderstrepen dat de krijgsmacht allang door zijn hoeven is gezakt? Hoe lang moet de werkvloer nog moord en brand schreeuwen om opper- en vlagofficieren te doen stoppen met hun opbeurende verhalen dat het met moreel en motivatie van de militair wel goed zit en de militaire organisatie goed bezig is?

Hoe vaak willen militairen zich nog belachelijk laten maken door politieke druiloren voordat ze begrijpen dat tegengas noodzakelijk is? Hoeveel slachtoffers moeten er nog vallen voordat politici en het liberale deel van de samenleving eindelijk begrijpen dat het voor Defensie allang 10 minuten over twaalf is? Hoeveel en hoe vaak?

Initiatiefnota

De pang-pangpartij (wat hebben we daar om gelachen, hè meneer Pechtold?) die het presteert om vrijwel al zijn democratische kroonjuwelen te verpachten bij het lokale pandjeshuis, vindt dat militaire missies, vastgoed en de inkoopstukken duurzamer moeten. Niet effectiever, nee duurzamer? De euro’s moeten niet worden besteed aan betere wapensystemen, uitrusting, transportmiddelen, inlichtingenverzamelorganen en een betere bescherming en beveiliging, maar aan schone energie om het milieu thuis en in ver-weg missiegebieden te ontzien. Milieubescherming in missiegebieden met een ontwrichte samenleving lijkt eerder op een goedkope grap van een slechte stand up-comedian. Want duurzamer betekent volgens de partij die het goede populisme verkondigt effectiever, meer slagkracht, langer succesvol, veiliger. Het parlement is veranderd in een duiventil van aangeschoten vogels.

“Wat kan duurzaam worden geregeld op een manier waardoor de veiligheid niet in het geding komt?… kansen die verduurzaming biedt voor veiligheid en voor de operationele slagklacht worden daardoor genegeerd? En waarmee komt de D66-politica? Met hergebruik van douchewater en zonnepanelen op de daken van kazernes? Het draait dus om een beter milieu en gebruik van niet-fossiele energie. Als Defensie daar zijn gerafelde kaarten op zet, dan wordt het veiliger voor militair en samenleving en worden jihadisten en ander gespuis eindelijk verjaagd, geneutraliseerd. Waarbij het overigens onduidelijk is waar de revenuen heen gaan van de door de krijgsmacht niet-gebruikte en naar energiemaatschappijen teruggevoerde energie. Een gokje? Naar de asiel- en energieïndustrie, denk ik. Haar kennis van de defensieorganisatie is om te janken. Geen wonder dat zij zich ergens op de achterste rijen van de Dapper 66-banken mag verschuilen. Het is duidelijk dat na het pang-pangverhaal, met die nota de politieke pijlen niet op het verhogen van de slagkracht, maar op de logistiek worden gericht.

Gevechtskracht als vertrekpunt

Logistiek is cruciaal voor een krijgsmacht. Daarvan ben ik sinds mijn DMKL[1] periode in de jaren 1985-1989 en mijn functievervulling bij het Office for NATO standardization (ONS) in de jaren 1996-1999 overtuigd geraakt. Geen logistiek, geen operaties of missies. Als D66 de logistieke functie echt wil verbeteren, moeten ze de volgende tekst bestuderen en vertalen naar de toestand van de Nederlandse krijgsmacht.

Jaren geleden hoorde ik in de USA betere ideeën om de krijgsmacht handvatten aan te reiken om zijn schaarse budget op logistiek gebied doelmatiger te benutten. Die ideeën concentreerden zich op de grootste kostenplaatsen van een krijgsmacht: energievoorziening en bevoorrading om wapensystemen en transportmiddelen beter, efficiënter en schoner te laten functioneren, Niet op het hergebruik van douchewater, noch op zonnepanelen.

Aan het begin van het huidige millennium concentreerde de US Army zijn inspanningen op de transformatie van de Koude Oorlog-organisatie naar de noodzakelijke structuur  voor de 21ste eeuw. Een van de Lines of Operation (LOA) was de logistiek. Inspanningen waren afgestemd op het verkleinen van de footprint, schonere energiebronnen en snelle en doelmatige bevoorrading. Bij die inspanningen stonden het realiseren van betrouwbare systemen, standaardisatie van chassis, reservedelen, brandstofverbruik, munitiesoorten, componenten, lichtere en minder omvangrijke munitiesoorten centraal. De grondcomponent van de 21ste eeuw moest bijvoorbeeld in staat zijn om op alle niveaus in eigen beheer drinkbaar water te produceren. Uit decennialange ervaring was gebleken dat drinkwater onder operationele omstandigheden schaars, weinig toegankelijk, nauwelijks drinkbaar was en vaak ziektes veroorzaakte. Die richtlijn was er op gericht om de personele inzetbaarheid als een van de drie componenten van gevechtskracht te optimaliseren.

De US Army concipieerde voor die logistieke LOA een raamwerk, dat onder de titel “Strategically Project the Force; Operationally Throughput the Force and Tactically Fight The Force aan de transformatie organisaties werd aangeboden. In het document werd benadrukt dat de ontplooiïngssnelheid van gevechtskracht, naast een grotere zee- en luchttransportcapaciteit, dwingt tot het terugbrengen van voorraden en infrastructuur, een gegarandeerde optimale kwaliteit van logistieke informatievoorziening en terugdringen van bevoorrading en onderhoudsdoorlooptijden. Met een geheel of gedeeltelijke gedigitaliseerde grondcomponent als vertrekpunt en de leuze the pipeline is the Army XX1 warehouse als kompasrichting, streefde de US Army naar een Theater Distribution Pipeline, waarbij sub-pijplijnen geharmoniseerd en geoptimaliseerd en geprioriteerd moesten worden.

De opdracht luidde rapidly build and sustain Combat Power. Voor het ontwikkelen van het gewenste logistieke concept of concepten identificeerde de logistieke baas van de US Army – CASCOM – een aantal invloedsfactoren: Systeembetrouwbaarheid, doelmatigheid brandstofverbruik, onbeperkte mobiliteit, verbeterde tactisch inlevingsvermogen en gemeenschappelijk operationeel beeld van functionarissen op het logistieke functiegebied. Het CASCOM ondersteunde die transformatie met traditionele en niet-traditionele activiteiten zoals Velocity Management, Joint Distribution voor commandanten op het strategische en operatieve niveau, Deployment/Force Projection, Combat Service Support Transformation, Single Stock Fund en Integrated Financial Management. In het kader van Velocity Management heeft men een evaluatie van bestaand herstel en bevoorradingsprocesgang uitgevoerd, om te kunnen vaststellen waar winst kon worden gemaakt om de doorlooptijd van 30 dagen sterk terug te brengen. Die evaluatie in termen van tijd en kosten heeft geleid tot de implementatie van proces verkortende maatregelen waardoor die 30 dagen doorlooptijd kon worden teruggebracht tot 5,4 dagen.

Waarom concepten? Het was toen nog onduidelijk hoe ver de US Army met de digitalisering van zijn operationele en logistieke eenheden zou zijn, of en in welke mate en hoelang multinationale missies in ver weg-gebieden dagelijkse routine zouden blijven en in welke mate de verschillen tussen wel en niet gedigitaliseerde eenheden en wel of niet op routinebasis ontplooide gevechtskracht in het buitenland, het ontwikkelen van een evenwichtig logistiek concept nog complexer zouden kunnen maken. Een ding was duidelijk al in de periode 2000-2002 streefde de US Army naar schonere energiebronnen en doelmatig gebruik van de logistieke functie.

Do something, general[2]

Bij de presentatie van het NIOD-rapport, 16 jaar geleden, kreeg ik de bevestiging dat de krijgsmacht aangestuurd wordt door een stel incompetente narcistische burgers die hun persoonlijke politieke belangen boven de veiligheid van de Nederlandse samenleving stellen. Toen heb ik de moed opgegeven dat de krijgsmacht ooit nog eens in staat zou worden gesteld om adequaat inhoud te geven aan artikel 97 van de Grondwet die zegt dat de krijgsmacht ….ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde…Die burgers, tegenwoordig verzameld in een lichaam met de naam Bestuursstaf, aangestuurd door de minister-president, zouden de randvoorwaarden moeten scheppen om dat mogelijk te maken. Vergeet dat maar.

Wanneer de dilettantische initiatiefnota richtinggevend is voor dossierkennis en inzicht in de materie van het doorsnee parlementslid, dan is de krijgsmacht aardig in de aap gelogeerd. Een politicus of politica die geen flauw benul heeft van taken van de krijgsmacht, de daarvan af te leiden gevechtswaarde en de operationele omgeving, moet niet de arrogantie hebben om met nutteloze initiatiefnota´s op de proppen te komen. Een goede fractievoorzitter zou voorkomen hebben dat prutswerk van deze orde publiekelijk gepresenteerd wordt.

Hoewel vooral linkse politici de krijgsmacht als een hulpverleningsorganisatie willen benaderen en krachten binnen de defensieorganisatie dat hulpverleningsbeeld te vaak accentueren, is en blijft het verbeteren en onderhouden van de gevechtswaarde het enige vertrekpunt om geld in de krijgsmacht te steken. Verduurzaming biedt nauwelijks kansen voor het opschroeven van de veiligheid en zeker niet zoals de initiatiefneemster het uitdrukt verbetering van de operationele slagkracht. Voor het uitdragen van individueel en partijhobbyisme is bij de sterk in verval geraakte Nederlandse krijgsmacht geen plaats.

Persoonlijk heb ik het sterke vermoeden dat de militair door de vele politieke aanslagen groggy in de touwen hangt en het politieke kartel smeekt er een einde aan te maken. Anders kan ik niet verklaren waarom de militaire top niet met de vuist op de tafel slaat, als er weer een waanzinnige initiatiefnota de Tweede Kamer binnenfladdert of kwetsende uitspraken worden gedaan. Vanuit die invalshoek beschouwd – het passieve en faciliterende gedrag van de actieve militair – voeren postactieve militairen af en toe ondersteund door bepaalde vakbonden, een achterhoedegevecht.

————————————————————-

[1] Directie Materieel Koninklijke Landmacht

[2] Titel van het boek van generaal Briquemont, in 1993 voormalig Commandant Bosnia Herzegovina Command in Kiseljak/Sarajevo over zijn ervaringen tijdens de Bosnische burgeroorlog.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties