Onze democratie kan wel wat moderniteit gebruiken

De democratische grondslagen van ons land zijn in toenemende mate onderwerp van discussie binnen en buiten het politieke proces. Verreweg de meeste burgers zijn van mening dat de middelen, die de burgerij heeft om invloed uit te oefenen op het politieke proces, in het licht van deze moderne tijd volstrekt achterhaald zijn. Het eens per vier jaar een hokje rood kleuren, is naar oordeel van al die burgers niet een toonbeeld van moderne democratie. Het is, zo vinden zij, inmiddels een toonbeeld van een achterhaalde policor dictatuur.

Baruch Spinoza. Afb: Wikimedia, public domain.

Vrijwel alle onderwerpen waarover onder het publiek consensus bestaat in termen van ‘nee, dat moeten we vooral niet doen’, worden in de politiek besluiten genomen die het omgekeerde bewerkstelligen. En die politiek bestaat uit de slechts 290.000 mensen die lid zijn van een politieke partij. Uitsluitend voor hen zijn functies beschikbaar in het landsbestuur of het publieke domein. De rest heeft het nakijken, telt niet mee. Ruim 98% van onze burgers staat dus langs de zijlijn en ‘ondergaat de politiek’ inmiddels alsof het een toneelspel is wat zich op de planeet Mars afspeelt. Tot tweemaal toe mochten de burger zich uitspreken over de Europese Unie in een referendum en in beide referenda gaven de burgers massaal aan het niet eens te zijn met de voorgestelde richting. Het mocht niet baten, want de ‘politiek’ wilde ineens ook “recht doen aan de nee-stemmers”. Het stuitende gebrek aan democratie werd niet eerder zo helder geëtaleerd en zelden werden de burgers zo geschoffeerd.  Inmiddels is onze democratie in een fase dat een willekeurig samengestelde regering al op de helft van de rit geen enkele electorale legitimatie (o.b.v. peilingen) meer bezit en dit herstelt door stemmen ‘op te kopen’ in de resterende twee jaar, met feestbegrotingen en talloze douceurtjes voor belangrijke kiezersgroepen.  Overigens schroomt dezelfde politiek niet daarvoor een verder deerniswekkende ‘publieke omroep’[1] in te zetten , teneinde de propaganda vorm te geven naar voorbeeld van Riefenstahl et.al.

In Nederland is de democratie sinds de jaren 80 van de vorige eeuw nog verder ontdaan van burgerinvloed. De inrichting van het publieke domein en de collectieve sector wordt gedeeld met een maatschappelijk middenveld, een geheel van (zogenaamd geprivatiseerde) organisaties die als zaakwaarnemers optreden namens de burgers. Dit maatschappelijk middenveld wordt echter niet gekozen, maar benoemd en de kandidaten komen uitsluitend uit het meritocrate metier van…de politiek zelf. Dat is verspilling van talent en minachting van democratie, terwijl bovendien het publieke domein en de collectieve sector op een rampzalige manier kwalitatief te kort wordt gedaan.

Om te voorkomen dat de oude wijn telkens in nieuwe zakken aan het publiek wordt aangeboden, dient de burger veel meer bij het politieke proces betrokken te worden. Dat kan en daarvoor zijn talloze mogelijkheden, waaronder deze:

  • Regeringen treden aan voor 4 jaar en kunnen binnen die periode eenmaal per aangevraagd bindend referendum tot aftreden worden gedwongen;
  • Jaarlijks wordt een raadgevend referendum uitgeschreven, waarin de burger zich voor- of tegenstander van het regeringsbeleid kunnen verklaren. Wanneer een meerderheid van de Tweede Kamer naar aanleiding van de uitslag vervolgens – na debat- wil dat het kabinet aftreedt, dan dient de Tweede Kamer een nieuwe regering te formeren die de resterende regeerperiode volmaakt;
  • Er dient een commissie van niet-partijgebonden burgers te worden geformeerd, die zich kan laten bijstaan door deskundigen, teneinde het maatschappelijk middenveld en de collectieve sector opnieuw vorm te geven en te voorkomen dat hieraan uitsluitend leiding wordt gegeven door vertegenwoordigers uit politieke partijen;
  • Vermijdt een ‘vriendencircuit’ door een functie in de politiek te beperken tot maximaal 8 jaar.

Partijpolitiek

Wat vooral ook tegen het licht moet worden gehouden, is de zogenaamde ‘partijpolitiek’. Te pas en te onpas ontstaan partijtjes die elk een niche[2] menen te hebben ontdekt die lucratief lijkt voor enkele jaren salaris en een aardige pensioenopbouw. Politiek is niet langer een dienend bedrijf, maar een grootverdienersbedrijf. Dat was niet de bedoeling bij het ontwerp van onze parlementaire democratie en evenmin was dat de partijstructuur die erin is geslopen, met name in de vorige eeuw. Partijen gaan soms zover, dat zij zonder schroom een ‘contract’ voorleggen aan aspirant-Kamerleden[3], teneinde te bewerkstelligen dat zij in de Staten-Generaal zullen stemmen zoals de partijleiding dat wil. Zo bezien staan de meeste Kamerleden bij het afleggen van de eed al te liegen alsof het gedrukt staat. Zij bezweren daar immers te zullen optreden ‘zonder last of ruggespraak’. Het boek van Ybeltje Berckmoes[4] maakt duidelijk dat de eed verre bezijden de waarheid is en dat de meeste Kamerleden eigenlijk direct gearresteerd zouden kunnen worden na het afleggen ervan.

Een juiste structuur zou zijn dat allen die een plaats in de Staten-Generaal ambiëren, eerst zelfstandig hun eigen electoraat verwerven en pas daarna coalities vormen in de Kamers. Niet het lidmaatschap van een partij, maar rechtstreekse steun van de burgerij aan de aspirant-politicus zou moeten kunnen leiden tot het lidmaatschap van de Staten-Generaal. Daarmee is de politiek weer een persoonlijk gegunde opdracht van de burgers en niet een krachtenspel van slechts enkele partijbonzen[5] of elites die uit alle macht proberen burgers zoveel mogelijk zeggenschap te ontnemen. Niet voor niets was het laatste referendum voor de politiek zélf dusdanig beschamend dat diezelfde elite het liever ook meteen maar weer wil afschaffen.

Goed beschouwd is het huidige politieke bedrijf geen afspiegeling meer van wat de burgerij voorheeft met de toekomst. Onze politici hebben in hun meritocrate en incestueuze circuit eigen vergezichten ontwikkeld, die ver afstaan van wat onder de burgerij leeft. De politiek heeft zich daarmee in de plaats gesteld van de vroegere adel, die meende dat slechts hun eigen belangen meteen ook de belangen van de natie waren. Dat is echter niet de bedoeling van ons politieke systeem en levert uiteindelijk ook desastreuze uitkomsten die garant staan voor oproer en verzet. Democratie wil zeggen dat de stem van de burgers helder en luid doorkomt in de wetten en regels die het politieke proces voortbrengt. Dat is niet het geval en daarom moet zij direct vernieuwd worden.

Om de democratie te redden, moeten we haar misschien wel tijdelijk buiten gebruik stellen.

———————————————————-

[1] ‘De democratie en haar media’, dr. Sid Lukkassen, Uitgeverij de Blauwe Tijger 2016

[2] DENK, PvdD, GroenLinks of VNL

[3] DENK inzake Simons

[4] ‘Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn’, Ybeltje Berckmoes, Uitgeverij Van Praag 2017

[5] Zie o.a. de invloed van partijvoorzitters (PvdA, SP, VVD) op de politieke bedrijfsvoering

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
r.dunki
6 jaren geleden

U stelt : “Om de democratie te redden, moeten we haar misschien wel tijdelijk buiten gebruik stellen”. Dat is echter een variant op de recente onwettige uitspraak van ene Timmermans n.a.v. de actie’s van de Guardia Civil in Cataluña. (“om de rechtsstaat te beschermen moet je die soms eventjes opheffen”).

Zowel in de USA als in Europa is het ultieme (s)linkse streven het verkrachten van de wet teneinde een paar lastige bochten op de weg naar Utopia af te snijden. Een notoir voorbeeld is het brutaal ontzeggen aan Wilders van diens grondwettelijk gegarandeerde “vrijheid van meningsuiting”.
Het is een verkrachting van vrouwe Justitia dat een D’66 O.v.J. de hulp krijgt van een Rechtbank waarin de onscrupuleuze vrouwelijke rechter haar uitgesproken linkse sympathieën en antipathie jegens Wilders al openlijk voor de buis kenbaar had gemaakt.
Door in de opbouw der wettelijke bewijslast het gesjoemel van het O.M. met de daarvoor toepasselijke criteria inzake discriminatie klakkeloos te accepteren, maakt de D’66 rechter zich moeiteloos medeplichtig aan de onwettige, ideologische practijken van de D’66 O.v.J. in diens geestelijke reuzenslalom om de poortjes van de wettelijke normen te omzeilen en zo is de democratie effectief even buiten werking gesteld.Bovendien wordt de scheiding der machten hier geweld aangedaan door D’66 dat zo kans ziet Wilders de mond te snoeren.

U stelt dat er 290.000 leden van politieke partijen zijn, dus dat zou dan zo’n 1 1/2 % van de bevolking zijn die de zaak jaar in jaar uit “afromen”. Dit speelt inmiddels al meer dan een eeuw, reden waarom zij zo in de maatschappelijke organisatie’s zijn uitgezaaid dat zij de democratie naar believen kunnen opheffen dus als de domme kiezers slechts één maal in de 4 jaar met een kluitje in het riet gestuurd kunnen worden is het zaak dat dat lastige referendum verdwijnt.
.
Zij hebben veel te verliezen en dat is de reden dat deze “deep state” zich zo wanhopig aan het rode pluche vastklampt, de subversieve clubs van P.v.d.A. en D’66 voorop.