Prietpraat van politieke lichtgewichten

Eergisteren werd kijkend Nederland opgeschrikt door een politiek debat, waarbij deelnemende politici elkaar probeerden te overtreffen door slimme opmerkingen en het aantikken van veronderstelde onderbuikgevoelens van de samenleving.

Een stelling die tijdens het debat (of wat ervoor doorging) is blijven hangen, betreft de islam. Misschien door de onduidelijkheid die in de artikelen in de Volkskrant over de betreffende stelling gaan. Luidde de stelling “De islam is een bedreiging voor de Nederlandse Identiteit” of luidde die “ De islam is een bedreiging voor Nederland”? De mannen aan de tafel ontkenden in ieder geval en ondersteunden dat door een stevig schudden met het hoofd en een nadenkende, bijna serieuze blik in de ogen. De politieke elite die zich om de tafel had geschaard, beeldde het politiek correcte denken in woord en beeld treffend uit. Alleen de voortrekker van de CDA had een verfijning en duidde daarbij op de radicale islam en in het verlengde het strafbaar stellen van het verheerlijken van geweld, verbieden van de boerka en gevangen zetten van teruggekeerde jihadisten. Hij vertelde nog niet hoe hij dacht dat te kunnen doorvoeren.

Afb: https://oneway2day.wordpress.com

De aanval van andere voortrekkers beperkte zich tot de termen tweedeling en ondergeschiktheid. Uit de gebruikte termen blijkt dat Haagse politici nog steeds niet in de gaten hebben dat in de realiteit van alledag de Nederlandse samenleving al jaren wordt geconfronteerd met tweedeling en ondergeschiktheid. Een tweedeling gesymboliseerd door wijken met een islamitische oriëntatie herkenbaar door uiterlijk voorkomen, gebedshuis, scheiding in vrouwen en mannen, en afwijkende normen en waarden. Wat dus ondergeschiktheid van de moslimgemeenschap als geheel betreft. Dat is vaak een subjectieve interpretatie van politici die willen scoren en de zieligheidsindustrie. Die gevoelens van ‘minder zijn’ dan de ander – vaak gebaseerd op het anders zijn of voelen – treffen we ook aan in het spanningsveld tussen de Randstad versus de rest van Nederland, boven versus onder de grote rivieren, Nederlanders versus Indische Nederlanders, Surinamers of Antillianen, brildragers versus niet-brildragers etc. Politici maken zich daar in optima forma schuldig aan door herhaaldelijk uit te spreken “wij weten beter dan U – klootjesvolk, randdebielen, stemvee – wat goed voor U is”

De factcheckers van de Volkskrant controleerden bij het Kennisplatform Integratie & Samenleving hoe de Nederlandse samenleving daarover dacht. Deze instelling zette de conclusies van alle onderzoeken naar het anti-islamsentiment binnen en bij de Nederlandse burger op een rij. Daarbij ging het platform uit van twee uitspraken. De eerste uitspraak komt van Saida Derrazzi[1]  “….sprake is van een groeiende haat tegen moslims wil maar niet tot de gevestigde politieke orde en de reguliere journalistiek doordringen, ook al wordt daar jaren voor gewaarschuwd”. De tweede is van het tragikomische duo van DENK dat in 2016 in Kamervragen vaststelde “…..toenemende haat tegen islam, moskeeën en moslims…”. De achtergronden en motieven bestuderend, betrap ik me er op niet echt overtuigd te zijn van een rationele benadering van de problematiek. Het duo DENK spreekt zich wat islam- en moslimonderwerpen betreffen veelvuldig polemo[2] uit.

Volgens het Platform is door het manco van een eenduidige heldere definitie van moslimhaat en islamofobie moeilijk vast te stellen of die inderdaad aanwezig zijn. Dat heeft volgens het Platform twee oorzaken: het sterk abstracte karakter van de termen laat meten nauwelijks toe en het geringe representatieve karakter[3] van gevoerde onderzoeken[4] naar deze problematiek. Je kunt je dan ook afvragen of verder onderzoek tot vruchtbare resultaten leidt. Het Platform laat zich daardoor niet ontmoedigen en is op zoek gegaan naar gegevens die een indicatie kunnen vormen van een groei of daling van moslimhaat. Gegevens die iets zeggen over beeldvorming van moslims; geweldsincidenten tegen moskeeën en meldingen van moslim discriminatie. Uit die onderzoeken komt een aantal opmerkelijke vaststellingen op tafel. Het Platform neemt dus al aan dat er in Nederland een geïnstitutionaliseerde moslimhaat bestaat.

Een groot deel van de respondenten bij het onderzoek van het Sociaal-Cultureel Planbureau uit december 2015 vindt dat de leefwijze van West-Europeanen onverenigbaar is met die van moslims. Dat is op zich niet verrassend. De een heeft leren leven in een open, transparante samenleving waarin de grondrechten van de mens ongeacht sekse, religie en geaardheid verankerd zijn. Toepassing van geweld is niet gebruikelijk en men heeft keuzes o.m. in religieus opzicht. De ander is opgevoed met tribale beginselen die in de koran zijn vastgelegd. Overtredingen van die beginselen moeten via een tribaal georiënteerde sanctionering worden rechtgetrokken. Toepassing van geweld is inherent aan de methode om het individu op het juiste pad te houden. De moslim heeft weinig keuzes. Hij wordt geboren als moslim, wordt in zijn jonge jaren geschoold in madrassa´s.[5] De manier waarop hij zijn dagelijkse leven moet invullen staat in de koran uitgestippeld middels de vijf zuilen van de islam[6] en voor soennieten aangevuld met de zes zuilen van geloof[7]. Brede vrijheid versus leven in een strak religieus keurslijf.

De opmerking van antropoloog Martijn de Koning dat “… moslims hier wonen en dus deel uitmaken van de West-Europese leefwijze..” wekt de schijn van integratie en het respecteren van West –Europese normen en waarden. De dagelijkse praktijk wijst uit dat die vlieger voor uitgebreide segmenten van de moslimgemeenschap niet opgaat. De beste bevestigingen zijn de groeiende aantallen no go-gebieden, salafistenpatrouilles, ondergrondse shariarechtbanken, polygamie, kindhuwelijken, eerwraak en beledigingen, soms uitmondend in fysiek geweld tegen homoseksuelen en vrouwen. De moslim wil vooral leven in een kalifaat met westerse verworvenheden op een pick and choose-basis.

Een EO-onderzoek stelt in 2014 dat 80% van de Nederlandse bevolking geen of nauwelijks contact heeft met het islamitische deel van de bevolking en daar ook geen behoefte aan heeft. 20% voelt zich bedreigd door de islam. De kanttekening onthoudt zich van een antwoord op de vraag in hoeverre moslims spontaan toenadering zoeken tot het autochtone deel van de Nederlandse samenleving en bereid is te wonen in een gemengde niet-moslim/moslimgemeenschap. Het onderzoek gaat ook niet in op de vraag waarom een deel van de bevolking zich bedreigd voelt. Wellicht dat een helder antwoord in het onderzoek kan worden opgenomen na een bezoek aan de moslim woonkernen in het hart van de grote steden en een nadere bestudering van het effect van gewelddadige aanslagen in westerse steden.

De vaststelling in het Jonker/Verweij-rapport uit 2015 dat christenen en niet-gelovige jongeren negatiever denken over moslimjongeren dan moslimjongeren over Joodse jongeren, moet maar met een grote korrel zout genomen worden. Een journalist van de Volkskrant heeft na een uitbundig onderzoek[8] vastgesteld dat antisemitisme onder jonge moslims fundamenteel, diepgeworteld en universeel is en niet ophoudt bij het passeren van landsgrenzen. Die vaststelling wordt bevestigd door het groeiend aantal antisemitistische uitspraken en daden.

Uit de gebruikte termen om af te vangen dat Nederland of de Nederlandse identiteit bedreigd wordt, hebben politieke voortrekkers zich bediend van begrippen waaruit de immense afstand met hun electoraat duidelijk tot uitdrukking komt. Opvallend is dat het document waarnaar de Volkskrant verwijst niet een antwoord probeert te geven op de vraag of de Islam een bedreiging voor de Nederlandse identiteit vormt, maar probeert de vraag te beantwoorden of moslims zich terecht benadeeld voelen, zich terecht een slachtofferrol aanmeten. Daardoor worden de twee uitspraken waarmee het rapport van het Platform start, verklaard door de ogen van de moslim. Moslims hebben het gevoel dat zij meer dan in het verleden te maken hebben met discriminatie, uitsluiting en haat. Uitspraken op de sociale media worden daarvoor als extra bewijskracht gebruikt. De moslim wordt in het rapport net als door de politieke elite in een slachtofferrol geplaatst, waardoor direct de schuld op de schouders van het autochtone deel van de Nederlandse samenleving wordt gelegd.

De politieke elite vindt dat, ondanks geweldsuitwassen, activiteiten die voortvloeien uit het afwijkende normenpatroon en voortschrijdende aanwas van de moslimgemeenschap, het islam belijdende segment van de Nederlandse samenleving noch de Nederlandse genetische, sociale, culturele of nationale identiteit noch de Nederlandse samenleving als geheel bedreigt. Welkom in het parallelle universum van Haagse politici. Roze brillen worden bij binnenkomst aan de deur uitgereikt.

————————————————————

[1] Medewerkster van het in 2013 opgerichte Collectief tegen Islamafobie en Discriminatie

[2] Op een emotionele toonzetting politieke problemen benaderen.

[3] Er is over een significante periode te weinig onderzoek gedaan naar de manier waarop moslims worden behandeld en benaderd

[4] Onderzoeken die variëren van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), TNS NIPO, EO; Verweij en Jonker-Instituut, Van der Valk, Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR)

[5] Het vrouwelijk deel is daarvan uitgesloten.

[6] Verzamelterm die gebruikt wordt voor de vijf meest fundamentele religieuze verplichtingen van elke moslim onder de heilige wetten van de islam. Elke vrome moslim onderhoudt voor zover mogelijk trouw deze verplichtingen, omdat ze essentieel worden geacht om God te behagen.

[7] Zaken die  onomstotelijk vast moeten staan nl. eenheid van God of tawhid; de engelen,de geopenbaarde boeken (rollen van Abraham, thora, zaboer of boek der gezangen, indjil of openbaringsboek van Allah aan Isa/Jezus voor de Israëlieten en koran); profeten en boodschappers; wederopstanding en de laatste dag en voorbeschikking Gods (Gods kennis, Gods wil, Gods schepping en Gods toestemming.).

[8] Artikel Bart Schut d.d. 18 maart 2013: “80% van de islamitische jongeren vindt dat Joden – let wel: niet Israëli´s maar gewoon Joden – niet te vertrouwen zijn….. ongeacht hun persoonlijke kenmerken, opleiding van hun ouders, onderwijsvorm, taalgebruik, mediagebruik, inkomen van het gezin of de stad waar zij wonen’”

 

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties