Geen wetenschappers a.u.b.

“De klimaatwet is voor de bühne. De werkelijke vraag is of wij bereid zijn een (substantieel) deel van onze welvaart op te geven voor mensen in China, India en Afrika”? Die vraag stelde Remco Boer, maker van de invloedrijke podcast Studio Energie en hij stelde verder:

Nederland wil vooroplopen in de wereld. Wat helemaal niet kan en ook niet gaat gebeuren. Het is vooral politiek van de “Kijk ons eens deugen-familie”. We hebben nu 95% in die klimaatwet gezet, want dat heeft nog niemand. Sommige landen hebben 80, maar nee, wij gaan naar 95. Dat is echt voor de bühne”.

Met die woorden zet hij het juichende wetsvoorstel van de politieke naar links buigende elite in het juiste perspectief.

Afb: pxhere

Een politieke elite die denkt dat het streven van Nederland snel navolging zal vinden bij buurlanden en een domino-effect zal genereren binnen de wereld van klimaatbewuste naties. Een politieke elite die blijkbaar nog steeds niet wenst te begrijpen dat het klimaat niet stopt bij grenspalen en Nederland niet in eigen gefabriceerde klimaatstolp leeft. De arrogantie ten top. “Wij zijn goed voor ongeveer 0,4% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Zelfs als wij morgen op 0 staan, verandert dat aan de temperatuur op aarde hooguit een paar cijfertjes ver achter de komma” aldus Boer. Hij schaart zich met zijn woorden in de rijen van andere wetenschappers die met scepsis de daden en woorden van de hedendaagse politieke leiders volgen.

Feiten gebruiken

In diverse artikelen is benadrukt dat het uitsluiten van wetenschappers bij discussies en debatten over het klimaat, de veronderstelde opwarming van de aarde en invoering van herbruikbare energie, een verkeerde zet is. Van alleen maar jaknikkers in de kring van de deelnemers wordt niemand en zeker de belastingbetaler niet wijzer. Per slot van rekening moet die het geld opbrengen om de kosten van wilde politieke klimaatplannen te dekken. Het is evident waarom wetenschappers buiten de deur worden gehouden. Met de kennis en de feiten schieten ze grote gaten in de snode klimaatplannen van snel en goedkoop scorende politici en die willen bespaard blijven van bijvoorbeeld de uitleg van professor Kees de Lange[1] waarom het pad van de klimaatgoeroe niet “anytime soon” leidt naar het door hen gewenste klimaat-Utopia. Een uitleg, ondersteund door de deskundige kanttekeningen van Peter Steenkamp, is te lezen in een drieluik[2] op de website opiniez.com.

Gert-Jaap van Ulzen is een andere wetenschapper die maant tot kalmte en adviseert de emotie niet te laten prevaleren boven de ratio. Hij publiceerde op 17 september 2017 op de website Climategate zijn artikel “Het kostbare fiasco van windenergie en zonnestroom” met als subtitel “miljardenproject zonder kosten-baten analyse”, waarin hij de geïnteresseerde websitevolgers informeert hoe hij ook naar de veronderstelde verworvenheden van Groene Energie zou kunnen kijken. Het ontbreken van een kosten-baten analyse om duidelijk te maken waarom Nederland zich sneller en intensiever zou moeten inspannen om fossiele energie[3] te vervangen door ‘groene’ energie, is de crux van het verhaal. Waarom een degelijke kosten-batenanalyse ontbreekt is wel duidelijk. Net als bij de migrantenproblematiek kan dat bij een verkiezing ten koste gaan van het gewenste verkiezingsresultaat, omdat de belastingbetaler constateert dat hij bij de neus is genomen. Dat is niet wat het politieke kartel voor ogen heeft. Die houdt de man en vrouw in de straat dom om het financieren van politieke hobby´s schaamteloos te kunnen voortzetten.

Naast de categorische weigering om een kostenbeeld te schetsen van al die enthousiaste klimaatplannen, is het gebruik van klimaatmodellen een gewillig middel om eigen theorieën te onderbouwen. De belangrijke natuurwetenschappelijke vraag in hoeverre klimaatmodellen in staat zijn toekomstvoorspellingen te doen die realistisch zijn en beleid op gebaseerd kan worden, wordt in politieke kringen angstig vermeden. In wetenschappelijke kringen bestaat grote twijfel over de betrouwbaarheid van voorspellingen die gebaseerd zijn op dit soort complexe modellering. IPCC-wetenschappers erkennen die onvoorspelbaarheid en zij concluderen dat we te maken hebben met een gekoppeld non-lineair chaotisch systeem dat een langetermijnvoorspelling van toekomstige klimaattoestanden onmogelijk maakt. Een uitgebreide kritiek op de gehanteerde klimaatmodellen en hun voorspellingen is onlangs geformuleerd door een zevental gekwalificeerde Nederlandse natuurwetenschappers, fysici en fysicochemici, elk met een zeer aanzienlijke natuurwetenschappelijke publicatielijst.

Het is dus beter om bij de feiten te blijven en niet met zweverige argumenten te komen. Een bron die zich in de berichtgeving wel laat leiden door meetbare data, is de Global Warming Policy Foundation[4]. Die publiceert ieder jaar een terugblik met de titel “State of the Climate Year X”. Begin 2018 publiceerde de organisatie zijn rapport #30 met een terugblik op 2017 en het is voor een klimaatdiscussie interessant en relevant om de vaststellingen van de auteur – Ole Humlum[5] – nader te bestuderen. Ik ben ervan overtuigd dat leden van het politieke kartel het allemaal beter weten dan de in dit deel van het artikel geciteerde wetenschappers.

Afkoppeling van het gas

Naast de afbouw van de CO2-uitstoot binnen de Nederlandse klimaatstolp, is ook de afkoppeling van het gasnet een gewild onderwerp om daaraan centimeters tekst en minuten beelden en geluid te besteden. Energieprofessor David Smeulders heeft daarover een duidelijke mening. Dat we nu massaal van het gas af willen, komt natuurlijk ook door de situatie in Groningen, maar dat is een fatale vergissing. Laten we inderdaad dat gas in de Groningse bodem laten zitten, dan hebben we in de toekomst eventueel nog wat om op terug te vallen. Alles daar oppompen vergelijk ik wel eens met het verkopen van onze goudvoorraad. Maar dat moet je los zien van de klimaatdiscussie. We kunnen prima gas uit Noorwegen of Groot-Brittannië importeren om dat op te vangen. Dat is in tegenstelling tot het Groningse gas hoogcalorisch, maar we hebben de middelen om dat om te zetten in gas dat geschikt is voor onze ketels.” Wat we volgens hem zeker níet moeten doen, is de infrastructuur voor gas afbreken, omdat we “die wellicht ooit nog willen gebruiken om duurzame brandstoffen in te transporteren, zoals ‘solar fuels’, of eventueel waterstof.”

Over die afkoppeling komt Smeulders nog met twee andere waarschuwingen. Hij keert zich ook tegen de massale introductie van de warmtepomp. Die moeten voorlopig nog draaien op elektriciteit uit kolencentrales en dat zal meer CO2 opleveren. Daarnaast veroorzaken warmtepompen geluidsoverlast en verwacht hij dat de energieconsumptie toeneemt doordat ze ook als airco’s gebruikt zullen worden. Merkwaardig genoeg wordt in lopende discussies de CO2-uitstoot door het gebruik van kerosine door vliegtuigen en stookolie voor schepen buiten die discussie gelaten. Die uitstoot wordt volgens Smeuders “tot nu toe simpelweg witgewassen”.

Nog meer kanttekeningen

Behalve de scepsis over de politieke benadering van klimaatmodellen, ontbreken van kosten-batenanalyses resulterend in een overzichtelijk kostenbeeld voor de belastingbetaler en het ontkoppelen van het gasnet, wordt ook een aantal fabels over windenergie weersproken. Zo ondergraaft Van Ulzen de mythe dat windclusters fossiele kolen- of gascentrales compleet kunnen en zullen vervangen. Een windpark levert geen stroom wanneer het niet, niet hard genoeg of te hard waait. Bij windclusters op land is dat driekwart van de tijd het geval en op zee de helft van de tijd. Die perioden van tijdelijke of gedeeltelijke energiestop zal door andere opties zoals de bestaande kern-, kolen- of gascentrales gecompenseerd moeten worden. Van een vervanging van old school energiecentrales kan daarom onder de huidige condities geen sprake zijn.

Ook het subsidieloze offshore windclusters fabeltje wordt ondergraven. Volgens Van Ulzen is dat maar de helft van het verhaal. De tenders[6] waarbij geen subsidie meer gevraagd wordt, worden uitsluitend gerealiseerd op voorwaarde dat de investeringskosten verder dalen, de prijs voor CO2 stijgt en de marktprijs voor stroom stijgt. Dat laatste kan een onpasseerbare hindernis worden.
Als er meer windclusters gebouwd worden, meer stroom wordt geproduceerd, zal de stroomprijs verder dalen. Omdat er geen tekort aan stroom is, zal de marktprijs voor stroom harder dalen dan de investeringslasten van nog te bouwen windclusters. Het financiële gat moet worden gevuld met belastingen die gedragen worden door de gebruiker. Dan is er niet minder, maar zelfs meer subsidie nodig voor duurzame energie.

Het is ook interessant en relevant wat Boer over het sluiten van kolencentrales schrijft. Er staan nog zo’n 200 in Europa. Nederland heeft de drie allernieuwste, die relatief veel minder vervuilen en tezamen €5,5 miljard euro gekost hebben. Duitse energiebedrijven hebben ze hier neergezet voor de Europese energievoorziening. Nederland wilde ze destijds ook, om minder afhankelijk van gas te worden. Dat was in 2003. Maar nu zegt de politiek dat ze tegen 2030 gesloten moeten zijn. Niet verwonderlijk dat de Duitse energiereus RWE spreekt over een illegale onteigening.

Vluchtig draagvlak?

Politici en milieubewegingen proberen de Nederlandse samenleving met angstverhalen te mobiliseren en dat resulteert in polarisatie. Het tegenstrijdige is dat ze denken daarmee het draagvlak te kunnen creëren dat nodig is om de klimaatplannen  te kunnen uit en doorvoeren. Maar dat wordt niet gerealiseerd door steeds maar hogere doelen te stellen en te roepen dat de aarde vergaat. Iedereen heeft de mond vol van CO2-reductie; verplicht isoleren van huizen, verhogen van de gastaks en het stimuleren van elektrisch rijden, mogelijk over de rug van benzine- en dieselrijders: Alles is belangrijk. Maar wie vliegt er minder? Wie eet minder vlees? De hamvraag zal zijn: wie betaalt de rekening? Op het moment dat de portemonnee moeten worden getrokken, zijn heel veel mensen die nu klimaatdoelen onderschrijven, opeens niet thuis.

Smeulders stelt terecht dat een soort duurzaamheidsreligie ontstaan is waarin rationele argumenten niet meer worden gehoord. Sterker nog: experts zijn niet populair, want die komen maar met nuances en mitsen en maren. Niet verrassend als men beseft dat wetenschappers met heldere, toegankelijke argumenten moeten komen, omdat zij in de klimaatdiscussie de taak hebben om te zeggen: denk nu eens na voordat je handelt. De politiek heeft hopelijk wel door dat 49% in 2035 onhaalbaar is, tenzij er een wonder gebeurt. Dus hebben ze nog maar één hard doel over: 95% in 2050. Dat is over 32 jaar! In politieke termen: een eeuwigheid. Wetenschappers moeten dat niet meer met slimme kanttekeningen doorkruisen en dus is het politieke credo “geen wetenschappers, please”.

De wijsheid van De Winter

De Winter onderstreept wat in een groot aantal artikelen op websites als sta-pal.nl en opiniez.com herhaaldelijk is geschreven.

Clubjes van ongekozen elites gaan onze samenleving tot in haar diepste poriën transformeren op basis van de gedachte dat ons klimaat gered moet worden. De opvatting dat het klimaat niet gered kan worden omdat we er geen greep op hebben, komt bij die elites niet voor. Zij geloven dat we ons in een levensgevaarlijke fase van door mensen veroorzaakte klimaatopwarming bevinden, en die zouden we kunnen omdraaien en de atmosfeer laten afkoelen. Er zijn talloze hoogleraren en deskundigen die dat kul vinden – maar zij worden in het debat zoveel mogelijk verzwegen, of zelfs gedemoniseerd. We bevinden ons nu in een vorm van gekte die aan de Middeleeuwen doet denken”.

De politieke elite, een synoniem voor de combinatie dedain-tunnelvisie-gekonkel-geborneerdheid.

—————————————-

[1] Prof. dr. C.A. (Kees) de Lange studeerde wis, natuur- en sterrenkunde aan de UvA en promoveerde in de theoretische chemie in Bristol, VK. Hij is emeritus hoogleraar fysische chemie en chemische fysica aan zowel de UvA als de VU. Zijn onderzoek betreft atmosferische chemie en fysica en magnetische resonantie, evenals het ontwikkelen van complexe fysische modellen. Zijn onderzoek is vastgelegd in enige honderden publicaties. Hij is tot op de huidige dag actief in wetenschappelijk onderzoek.

[2] Onder de paraplutitel “De wankele basis van het klimaat- en energie beleid” zijn de volgende delen gepubliceerd nl. deel 1: Hoe klimaatmodellen in elkaar worden geknutseld; deel 2: Hypes over CO2, wind- en zonne-energie en akkoord Parijs; deel 3: Kernenergie op basis van thorium als oplossingen. Het drieluik wordt afgesloten met een separaat artikel “Klimaatbeleid drijft energie rekening torenhoog op”.

[3] Overigens blijkt dat het gebruik van fossiele energie nog steeds een stijgende tendens vertoont en wetenschappers verwachten dat het verbruik in 2020 een piekhoogte zal bereiken.

[4] Zie website www.thegwpf.org. De organisatie is een denktank in het VK, die van mening is dat klimaatverandering of opwarming van de aarde nog steeds niet kan bogen op een wetenschappelijke basis. De leden van de denktank en hun klimaatvolgers strekken zich uit van de  IPCC position through agnosticism to outright scepticism. Klimaatgoeroes categoriseren de denktank als ontkenners van klimaat verandering.

[5] Hij is professor in de fysische geografie aan de universiteit van Svabard en emiritus professor aan de universiteit van Oslo.

[6] Een afwegingsprocedure voor het verkrijgen van een dienst of product in het economisch verkeer of aanbesteding.

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Kees van Onselen
5 jaren geleden

Helder to the point verhaal, dat precies de vinger op de open wond legt. Irrationeel (niet-wetenschappelijk) handelen om op korte termijn politiek gewin te behalen.
Wat ook hier terecht naar voren wordt gehaald is dat het niet wetenschappelijke verhaal, ontdaan van alle mitsen en maaren (“….help…de wereld vergaat door ons toedoen….we moeten nu in actie komen…”) meer weerklank bij het grote publiek zal vinden. Ditzelfde publiek zal daardoor eenvoudig meegaan in de korte termijn politiek van onze roergangers in Den Haag.
Dat gezegd hebbend, de wetenschap zal veel meer tijd moeten gaan investeren om de boodschap eenvoudig te vertalen voor het grote publiek. Een complexe wetenschappelijke discussie vertalen naar een Jip en Janneke verhaal. In hoeverre dat mogelijk is met een politiek en een mediabestel dat zijn oren duidelijk naar links laat hangen, blijft dan echter de vraag. De nieuwe media van vandaag zoals internet en social media, zullen daarbij als politiek en wetenschappelijk onafhankelijke kanalen moeten worden gebruikt. Daarbij zal serieus moeten worden nagedacht over hoe het grote publiek de weg naar die informatie goed, snel en vrijwel automatisch gaat vinden.