Uphill-droom

Vandaag een heel ander onderwerp. Voetbal. Jarenlang vraag ik me af waarom het in Nederland sinds 1988 de verkeerde kant op is gegaan. Waarom het Nederlandse voetbal verarmd is.

Afb: Bert Verhoef, Anefo (nat. archief) op wikimedia-commons.

Op incidentele successen op de WK´s van 2010 en 2014 na, die meer te danken waren aan een plotselinge opleving van een aantal spelers en een verkrampte veldbezetting (laten we het woord speelmodel of tactiek maar achterwege laten) dan aan een geoliede speelwijze door een team topvoetballers. Op die WK´s werd het nationale voetbalvlaggenschip tweede en derde en vervolgens sukkelde de Nederlandse voetbalgemeenschap in slaap. Wat ontbreekt, zijn voetballers die het spelbeeld ten goede kunnen doen kantelen zoals bij de voetbalgeneraties van 1974, 1988 en 1998. Misschien zijn of waren ze er wel, maar verdwaalden ze in de talloze opdrachten die ze meekregen van de man aan de zijlijn.

Duitsland als vertrekpunt

Waarom gaat het in Nederland downhill en in Duitsland uphill? Waarom kon Nederland na 2010 en 2014 dat prestatieniveau niet vasthouden? Duitsland kende tijdens de eeuwwisseling een gelijksoortig probleem. Aan het einde van de vorige eeuw werd het Duitse voetbal gekarakteriseerd door de uitspraak: “De Duitsers staan 89 minuten achter en winnen in de 90ste minuut (resp. in de verlenging)”. Een uitspraak die vooral fysiek vermogen, Ausdauer, doorzettingsvermogen en teamverband tot uitdrukking bracht. En de Nederlandse voetballer kon er in die periode nog minzaam om lachen en er smalend over spreken. Dat lachen is de gemiddelde Nederlandse voetballer inmiddels wel vergaan.

Ook in Duitsland viel aan het begin van het huidige millennium weinig te lachen. Het ging niet goed met het Duitse voetbal en er werd naarstig naar de oorzaak gezocht om er een oplossing voor te vinden. Gezien de opwaartse trend die het Duitse voetbal sinds het midden van het eerste decennium heeft, hebben ze die oplossing kennelijk gevonden. Het is sindsdien veel beter gegaan. Aantrekkelijk, atletisch, snel voetbal en resultaten. Het Duitse voetbal telt internationaal weer mee, wint kampioenschappen en Duitse voetballers worden niet meer gewaardeerd als werkpaarden met een groot uithoudingsvermogen en doorzettingsvermogen, maar vooral om hun technisch, atletisch en tactisch vermogen. Opmerkelijk is ook dat de Duitse voetballer pas de wereld intrekt als die zich heeft kunnen profileren in de Bundesliga of bij de nationale ploeg heeft kunnen aanhaken. Door de bank genomen zijn ze in het eerste deel van hun twintigste levensjaar.

Christian Heidel, een voormalige succesvolle autohandelaar, blijkt na het echec van Duitsland (te conservatief, te oude spelers, weinig creativiteit) in Mainz een ware revolutie ontketend te hebben. Een nieuwe cultuur die zoals hij het onder woorden brengt: “Es wurde irgendwas definiert, aber nicht gelebt” Natuurlijk zal ook in Nederland iets dergelijks op papier gezet zijn, maar in Hoffenheim, Mainz en later in Gelsenkirchen werd en wordt die nieuwe cultuur wel gelebt. De oude cultuur ging uit van het hiërarchische model. De man aan de top bepaalt en beslist. Zijn bepalingen en beslissingen worden uitgevoerd. Een demonstratie van macht en pogingen om de eigen positie te versterken, te cementeren. Gaat het slecht, dan is hij vanzelfsprekend de pineut. Van de drie leider alternatieven – autoritair, democratische en laat maar gaan – hanteert Heidel een aangepast democratisch model, waarbij motiveren belangrijker is dan straffen. Er is bij hem sprake van Servant en/of Host Leadership: het creëren van die omgeving, geven/verstrekken van die middelen die nodig zijn om succesvol te zijn. Vergelijkbaar met het organiseren van een feest, m.a.w. het realiseren van die randvoorwaarden om het feest te doen slagen. Daarbij moet in de gaten worden gehouden dat die randvoorwaarden, die middelen niet rigide zijn en afgestemd blijven op omgeving en doelstelling. Zowel bij trainer/coach als bij de speler speelt het grootste deel van het werk in het hoofd af. Volgens Christian Heidel (voormalig FSV Mainz en nu FC Schalke 04) zijn intelligentie, creativiteit en innovatief vermogen veel belangrijker dan voetbalervaring op het hoogste niveau. Waarvan akte.

In Duitsland zijn het vooral jonge ambitieuze trainers geweest die het spelletje out of the box hebben benaderd. Die komen in een aantal – geslaagde – gevallen niet meer uit een gesloten old boys-netwerk, maar er is zelfs sprake jeugdtrainers en onbekende trainers die na een uitgebreid gesprek worden aangesteld als hoofdtrainer. Die trainer zal in staat moeten zijn en in staat gesteld worden om middels variërende trainingssessies de individuele speler uit te dagen. Velen hebben de moeite genomen om in de keuken van andere teamsporten te kijken om te kunnen vaststellen wat wel en niet bruikbaar zou kunnen zijn voor het voetbal in het algemeen. Om te zien en horen welke weg men in Duitsland is opgegaan, verdient het aanbeveling om het eerste deel van het drieluik op NPO 2 te bekijken. In dat eerste deel wordt Jeroen Stekelenburg rondgeleid in o.m. de nieuwe wereld van het Duitse voetbal en kan de bezorgde liefhebber zelf vaststellen waar de Nederlandse voetballer, trainer, coach en bestuurder hardnekkig de bocht uitvliegt.

Kenmerkend is dat men de nadruk legt op intelligentie, waarbij het niet echt duidelijk werd welke vorm van intelligentie daarbij sturend is. In het Duitse team bezitten 9 van de 23 spelers een middelbaar school diploma; in Nederland kan alleen Stephan de Vrij zich beroepen op een soortgelijke prestatie. Tijdens mijn jaren als profvoetballer was ik de enige die een opleiding en vorming had ondergaan die verder reikte dan de lagere school of ambachtsschool. De rest was niet verder gekomen dan die twee opleidingen, maar had een straatwijsheid waardoor dat individu zich staande kon houden in de voetbaljungle uit die dagen. Uit de verhalen over mijn eigen voetbalkunsten die ik bij reünies van voormalige ADO-profvoetballers te horen krijg, blijkt dat ik volgens hen out of the box dacht en oplossingen in de praktijk doorvoerde die nogal verrassend waren. Daarom was ik volgens hen een buitenbeentje. Volgens Duitse onderzoekers is intelligentie dus absoluut noodzakelijk voor – zoals ze het zelf noemen – zelfmanagement, m.a.w. dagindeling, eet- en drinkgewoontes, rust- en slaapritme en vaststellen wanneer wel en niet leuke dingen voor de mensen gedaan kunnen worden. Geen computerspelletjes tot in de vroege morgenuren. Vroeger noemden we dat zelfdiscipline. Terugkoppelend op mijn eigen ervaringen als profvoetballer denk ik persoonlijk dat het een combinatie moet zijn van leerintelligentie en straatwijsheid. Daarover kan men van mening verschillen, maar het is een interessant onderwerp om verder uit te diepen.

In Hoffenheim worden de bewegingen van de spelers gevolgd via een gps-systeem en maakt een drone video-opnamen van de trainingen. Die beelden worden na de training bekeken en met de speler doorgesproken om hem beter te maken door zijn sterke punten te accentueren en voor zijn zwakke punten een programma in elkaar te schroeven of richtlijnen te geven hoe die te verbeteren. Er wordt ook gebruik gemaakt van technische snufjes als de Helix en de Footbonaut. De Helix is een videoscherm dat door middel van een virtuele stadionbeleving het waarnemingsvermogen van spelers moet verbeteren. De Footbonaut is een miljoenen euro’s kostende kooi waarin vanuit acht willekeurige posities ballen op een speler worden afgevuurd die hij daarna volgens opdracht moet verwerken. Die laatste installatie dient om het reactievermogen, de technische vaardigheid en zijn situal awareness te verbeteren. Het doelpunt van Götze waardoor Duitsland in 2014 wereldkampioen werd, is het resultaat van de urenlange training in de Footbonaut. Ook Henryk Mkhitaryan is een enthousiaste gebruiker van een Footbonaut. Bij Ajax hebben ze ook zoiets in elkaar geknutseld en op een video konden we de prestaties van een aantal duurbetaalde spelers zien. Vergeleken met Henryk Mkhitaryan viel het niet mee, maar die traint net als Mario Götze uren achter elkaar in zo´n Footbonaut.

Slotopmerking

In de Amerikaanse MLB en in Duitsland is een topspeler een combinatie van intelligentie, talent en intuïtie. Noodzakelijke karakteristieken om creatief en innovatief te zijn, noodzakelijk om in het veld te kunnen vaststellen wat en waar veranderd moet worden om het spel te doen kantelen. Mijn leeftijdcategorie telde spelers als Cruijff, Van Hanegem, Wim Jansen, Willy Dullens etc. en dat maakte het voetballen wel zo soepel en aantrekkelijk. Geen coach die aan de zijlijn druk loopt te gebaren en te schreeuwen wat speler X of speler Y in het veld zou moeten doen. Ook geen coach die vijf en twintig opdrachten aan een speler geeft die na de derde opdracht alles is vergeten en de rest van de wedstrijd loopt te bedenken wat die vierde opdracht ook alweer was. Geen spelers die met de handrem aangetrokken lopen te voetballen, maar die hun instinct en intuïtie de boventoon laten voeren. En…in Duitsland is het verboden om breed te spelen of tigmaal op de keeper terug te spelen en het door Klopp gepropageerde gegenpressing. Dat zou in Nederland een verademing zijn.

Leg de zogenaamde Nederlandse topspeler langs die meetlat, dan kan bepaald worden wie inderdaad een internationale topspeler is of kan worden.

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties