De talenten van de goede populist

Onze minister-president huldigt blijkbaar het devies “als niemand zegt dat ik goed ben, dan doe ik het zelf” en kwam een paar dagen voor de verkiezingsdag met de uitspraak “verkiezingen in Nederland zijn de kwartfinale, de halve finale volgt in april en mei in Frankrijk en de finale is in Duitsland”.

Premier Rutte. Afb: Wikimedia

Het is nogal wat als je de verkiezingsuitslag van een inktvlekje als Nederland van enorm belang acht voor wankelende Europese grootmachten als Frankrijk en Duitsland. Het trieste is dat de regeringsleiders van Duitsland en Frankrijk met hun enthousiaste ondersteuning van het Nederlandse verkiezingsresultaat voeding hebben gegeven aan die grootheidswaanzin van Rutte.

Alsof het verkeerde populisme het grootste gevaar is waarmee Europa in dit jaar worstelt. Wat verstaat hij trouwens onder die term? Het is voor mij een raadsel waarom een groot deel van het Nederlandse electoraat zich weer wil verbinden aan de grollen en grillen van deze sprookjesschrijver. Is het omdat de volgens Rutte goede alternatieven in de personen van Buma, Pechtold, Klaver etc. nog onbetrouwbaarder of onbekwamer geacht worden? Het schetst het electorale beeld van de kwaliteit van de huidige generatie politici. Overigens zal geen politicus van die vaststelling een nacht wakker liggen.

Wanneer we op een rij zetten wat de goede populist de Nederlandse samenleving in de loop van zijn regeerperiode allemaal heeft beloofd, dan vraag ik me af wat voor goeds in dat begrip goed populisme zit. GeenStijl heeft ze voor de geïnteresseerde lezer op een rij gezet en het resultaat is werkelijk ontmoedigend. Een belediging voor het begrip goed. De € 1000 belofte aan alle hardwerkende Nederlanders buiten beschouwing latend is het aantal loze beloften opmerkelijk. Die strekken zich uit van inkrimping van het ambtenarenapparaat (nee) via het onaangetast laten van de hypotheekrenteaftrek (nee), lastenverlichting (nee), vermindering afdrachten aan Brussel (nee), Volkert van der Graaf definitief achter de tralies (nee), tegenhouden steunpakket oftewel geen geld naar Griekenland (nee), onderste steen boven bij MH-17 onderzoek (nee), geen bemoeienissen Brussel bij Nederlandse pensioenpot (nee) tot respectering uitslag Oekraïnereferendum (nee). Tjonge, wat heeft onze goede populist de Nederlandse samenleving veel goeds gebracht.

De man schroomde zelfs niet om leugens te vertellen teneinde zijn gevreesde tegenstrever in de hoek te drukken met de uitspraak “Wilders liep weg toen wij in een crisis zaten”. Blijkbaar heeft hij de door de Volkskrant in 2014 gemaakte reconstructie van het wegloopverhaal gemist. De conclusie luidde:

 “Pijnlijke miscommunicatie en onenigheid binnen de CDA-top leidden begin 2012 de val van het eerste kabinet-Rutte in. Daardoor kon partijleider Verhagen uiteindelijk niet leveren wat hij al aan PVV-leider Wilders had voorgespiegeld. Het verklaart waarom Wilders alsnog opbrak na zeven weken onderhandelen in het Catshuis, met een begrotingsakkoord al in zicht”.

Een conclusie die is gebaseerd op de informatie die elf betrokkenen hebben verstrekt aangevuld met dagboek notities van oud-minister Leers. Het breekpunt blijkt de veronderstelde bezuinigingen op het budget van OSW te zijn geweest. Bezuinigingen die aan Wilders waren toegezegd door de CDA-minister van BuZa, maar niet werden ingevuld. Het ziet er naar uit dat Nederland het in de komende periode desondanks moet doen met deze man.

Europa en Nederland hebben grotere problemen dan de betrouwbaarheid van onze immer lachende Hagenaar. De verkiezingen in Duitsland en Frankrijk en een eventuele nakende verkiezing in Italië zullen vermoedelijk bepalen in welke richting de hoofdstukken Europese veiligheid en immigratie gaan koersen. Die richting zal ook een indicatie geven van de levensvatbaarheid van de EU in de nabije toekomst. Binnen het EU-huis spelen naast de uitslagen van de genoemde verkiezingen het groeiende schuldvolume, de kwetsbare bancaire sector, het sterk aanwezige Euroscepticisme en de verschillende interpretaties van veiligheids- en migratieëffecten een dusdanig polariserende rol dat een implosie van de EU waarschijnlijker lijkt dan een versteviging van de cohesie. Extern wordt de EU geconfronteerd met de effecten van de verschuivingen van het geostrategische zwaartepunt en in het verlengde daarvan verkleuring van de wereldorde, twijfels over de NAVO als adequate veiligheidsparaplu en de onvoorspelbare acties van kopstukken als Trump, Poetin en Erdogan.

In de aanloop naar de eigen verkiezingen is het duidelijk geworden dat het electoraat van de drie grootste Europese economieën grote zorgen heeft op het gebied van veiligheid en immigratie. In alle drie landen klinken stemmen om de veiligheidsstructuur te versterken en de immigratie te beperken steeds luider. In Frankrijk wordt de breuklijn tussen stad en platteland en binnen de steden tussen voorsteden en hart steeds dieper. In sommige steden is, net als in Nederland, al sprake van minikalifaten met een eigen normen- en waardenstelsel. Ook de roep om de buitengrenzen potdicht te maken klinkt steeds frequenter. Hoe de economische ontwikkeling zal worden ingevuld lijkt afhankelijk van de regeringskleur te zijn. Grofweg protectionisme versus deregulering en liberalisering; meer Parijs, minder Brussel; inperking van het vrije verkeer van goederen, mensen, diensten en geld op Frans grondgebied. Zachtjes wordt er zelfs gesproken over een Frexit. In Duitsland is de kiezer en een groot deel van de nationale politiek zeer sceptisch over de voortdurende financiële steun aan Griekenland. De eis van een begrotingstekort onder de 3% blijft wat Duitsland betreft onverkort van kracht. Ook hier richt het electoraat zijn pijlen op veiligheid en immigratie. In vergelijking met voorgaande verkiezingen heerst er op politiek gebied een grotere verdeeldheid dan ooit, waardoor coalitiebesprekingen net als in Nederland een moeizame exercitie kunnen worden.

In de ons omringende landen spelen veiligheid en immigratie een grotere rol dan in Nederland, waar vooral het onderwerp veiligheid nogal nonchalant afgewimpeld wordt. De druk om maatregelen op veiligheidsgebied te nemen, groeit als de USA eind 2017 inderdaad de plannen om het defensiebudget naar de 2% norm op te stuwen, op tafel wil zien. Het houdt in dat de NAVO niet meer met een kluitje in het riet gestuurd kan worden. Het is interessant om te zien hoe de oude en vermoedelijk nieuwe minister-president met die externe druk omgaat. Ook de beïnvloeding van delen van de Nederlandse samenleving door stromingen van buitenaf kan niet meer genegeerd worden en er moet een voor het Nederlandse volk veilige oplossing gezocht worden om het Erdoganisme buiten de deur te kunnen houden. Deelname aan de commissie-stiekem is uit den boze.

Een politicus kan zichzelf wel ontzettend bekwaam achten, omdat die als verliezende winnaar het initiatief heeft om coalitie besprekingen in te gaan, maar hij zal wat de invulling van regeerprogramma betreft toch goed moeten luisteren naar het gezang buitenshuis. Ik ben benieuwd of dat inderdaad tot uiting komt in het regeerakkoord voor de komende jaren.

 

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Donald van Es
7 jaren geleden

Goed geschreven artikel dat precies de huidige problemen binnen de EU weer geeft